door Manno van den Berg
AMSTERDAM - Een hypotheek tegen variabele rente levert de laagste rentelasten op, zo blijkt uit studies naar het historisch renteverloop. Toch zal menigeen die variabel leent, hem nu beginnen te knijpen. De hypotheekrente loopt op en elke maand wordt er een groter bedrag van de bankrekening afgeschreven.
Sommige huizenbezitters kiezen bewust voor een variabele rente. Nadat ze de voordelen – lagere maandlasten – hebben afgewogen tegen de gevaren van deze risicovolle financiering. Die gevaren zijn weliswaar deels af te dekken, maar een goede afweging is cruciaal. Consumenten die zich blindstaren op een droomhuis, zich tot de nek in een hypotheek steken en deze vervolgens alleen met een variabele rente kunnen betalen, spelen echter met vuur. Als de rente stijgt, zijn ze het haasje.
Loopt bij u de rentevaste periode van de hypotheek af, dan heeft u grote kans dat u de hypotheek tegen een hogere rente moet laten vastzetten. Voor een tienjarige periode komt u al snel uit op een rente van 5,4%, afhankelijk van de bank. Sommigen zullen daarom overstappen naar een goedkopere hypotheekverstrekker, anderen komen in de verleiding te kiezen voor de lagere variabele rente van dezelfde bank, in dit voorbeeld circa 3,7%.
Lagere lasten
Die 1,7% verschil in rente levert fors lagere maandlasten op. Op een hypotheek van 250.000 euro scheelt het bruto 4250 euro per jaar, circa 350 euro bruto per maand. Afhankelijk van het inkomen komt dit voordeel grofweg neer op 170 tot 235 euro netto per maand.
Die 4250 euro staat niet vast, elke maand kan de variabele rente immers stijgen waardoor het voordeel slinkt. Tot uiteindelijk de variabele rente stijgt naar 5,4%. Consumenten die geloven dat zo’n sterke rentestijging er de komende jaren niet inzit, kunnen overwegen om variabel te lenen. Het is óf zekerheid – en bijvoorbeeld nu direct 5,4% betalen – óf fors minder en het renterisico accepteren. Een duivels dilemma.
De enige zekerheid hierbij is dat historisch gezien een variabele rente voordeliger is. Dat wil niet zeggen dat variabel lenen altijd goedkoper is. Onderzoeken gaan uit van de historie, van gemiddelden en van lange periodes. De consument die met een gelukkige hand een lange rentevaste periode afsluit op een moment dat de rente extreem laag staat, zou wel eens tot lagere maandlasten kunnen komen.
De theorie is dus dat variabel lenen goedkoper is. Dat veel huizenbezitters zich er toch niet aan wagen heeft onder meer met een goede nachtrust te maken. Een oplopende rente kan de gemoedsrust flink verstoren. Want hoe lang zijn de gestegen rentelasten nog te dragen?
Zij de variabel lenen, zullen vooraf moeten bedenken of ze de maandlasten nog wel kunnen dragen als die rente 1 of 2% stijgt. Experts raden zelfs aan om een verdrievoudiging van de rentelast in te calculeren. Is die noodsituatie met het inkomen nog te dragen, dan kunt u een variabele rente overwegen. Voor een variabele rente kiezen omdat alleen op die manier de rentelasten van een droomhuis te dragen zijn, is ronduit roekeloos. Dit betekent immers dat het inkomen straks ook tekortschiet als de rente oploopt.
Spaarhypotheek
Een spaarhypotheek of een bankspaarhypotheek kan dekking bieden tegen een hogere rente. De hypotheekrente is hier namelijk gelijk aan de spaarrente in het aflossingsdepot van polis of bankspaarrekening. Een hogere rente verhoogt dan weliswaar de rentelasten, maar de maandpremie voor het aflossingsdeel gaat omlaag omdat ook de spaarrente stijgt. Spaarhypotheken met een variabele rente zijn er echter (helaas) niet te krijgen. Alleen met vaste rente. Een spaarhypotheek biedt dan ook vooral uitkomst als u een nieuwe rentevaste periode moet afsluiten bij een hoge rentestand.
Een spaarhypotheek biedt echter wel een manier om het risico van een variabele hypotheek te beperken. Simpelweg door de hypotheek op te knippen in een variabel deel en een spaarhypotheek. Daarmee benut u deels het rentevoordeel van variabel lenen, maar verkleint u de impact op de maandlasten als die variabele rente stijgt. De hypotheekrente op het deel dat spaarhypotheek is, blijft immers gelijk. En tegen de tijd dat u de rentevaste periode moet vernieuwen, is er het voordeel dat de hypotheekrente gelijk is aan de spaarrente in het depot.
Variabel lenen heeft naast de lagere maandlasten nóg een voordeel: u mag na elke maand de rente alsnog vastzetten als u toch een sterke renteopmars verwacht. Zijn die vaste rentes inmiddels fors gestegen, dan is er ook de optie om af te lossen. In principe mag je het variabele deel van een hypotheek elke maand boetevrij geheel aflossen. Belangrijk bij een variabele hypotheek is dan dus ook dat u over een aanzienlijk spaarbedrag beschikt. Stijgt de variabele rente teveel naar uw smaak, dan kunt u (een deel) aflossen, waardoor de stijging van de maandlasten wordt beperkt of zelfs omgebogen naar een daling. Een forse rentestijging poetst u echter alleen weg met een substantiële aflossing.
Let er ten slotte op hoe de hypotheekverstrekker de variabele rente bepaalt. Deze zou een vaste verhouding moeten hebben met de euribor, de rente die banken elkaar berekenen. Dan volgt u écht de marktrente. Veel hypotheekverstrekkers hanteren echter geen vaste verhouding. Dat biedt ze de vrijheid u rentevoordeel door de neus te boren. Door een rentestijging razendsnel in hun variabele rente te verwerken, maar een rentedaling tergend langzaam.
Bron: telegraaf.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten