Het zijn slechte tijden voor spaarders. Het rendement van hun veilige beleggingen daalt. Slechte tijden ook voor kredietnemers, de banken rekenen de daling van de rentevoeten niet volledig door. Waarom niet investeren in bedrijfsobligaties?
ReageerMailAfdrukken Share Bent u nog niet geregistreerd? Registreer nu!
Bent u uw wachtwoord vergeten? Klik hier.
Aanmelden
Zes maanden geleden piekte de inflatie in Europa nog op 5 procent. In België bedroeg ze zelfs bijna 6 procent. De rentevoeten, die nochtans al waren aangetast door de sombere economische vooruitzichten, hielden gelijke tred met de inflatie. De kortetermijnrente (op 3 maanden) bedroeg ongeveer 5 procent en was toen zelfs hoger dan de langetermijnrente (op 10 jaar), die stagneerde op 4,5 procent. Die anomalie was de uiting van de vrees voor een recessie.
Vandaag is de kortetermijnrente opnieuw gezakt tot 2,5 procent, terwijl de langetermijnrente bijna geen krimp gaf. Die blijft steken op 4,5 procent. De bruuske rentedaling heeft uiteraard gevolgen voor lenen en sparen.
Lenen nog steeds duur
Als de rentevoeten nog meer dalen, zou de kostprijs van het consumenten- en het hypothecaire krediet ook geleidelijk moeten verminderen. We konden de voorbije maanden vaststellen dat de daling van de marktrentevoeten slechts deels werd doorgerekend in de tarieven bestemd voor de kredietnemers. Zo, zelfs al dalen de rentevoeten, kredieten blijven verhoudingsgewijs duur. Rentevoeten onder 6 procent voor een consumentenkrediet om een nieuwe wagen aan te kopen, zijn bij grote banken bijna ongezien. Terwijl zowel banken als de klanten zich voorheen tevreden stelden met een verschil van 1 procent ten opzichte van de marktrentevoeten, bedraagt het verschil tussen de marktrentevoeten en de krediettarieven nu vaak 3 procent.
Men zou bijna durven te stellen dat een verschil van slechts 2 procent tegenwoordig een buitenkans is. Sommigen zullen beweren dat u gewoon goed moet onderhandelen. Volgens een manager van een grote bank die anoniem wenst te blijven, zullen kandidaat-kredietnemers die hopen op een vaste hypothecaire rentevoet van 4,5 procent op 20 jaar of op een consumentenkrediet van 4 procent op 4 of 5 jaar, van een kale reis terugkeren. De beste rentevoeten op 20 jaar schommelen tussen 5,4 en 5,7 procent. Wat moeten we doen? Wachten tot de rentevoeten wat dalen en tot de vraag naar kredieten begint af te nemen.
Sparen
Sinds augustus 2008 hebben de rentevoeten heel wat van hun pluimen hebben verloren. In minder dan 3 maanden tijd daalde de kortetermijnrente met de helft. Kan dat nog lager? Jazeker, als de economische toestand blijft verslechteren. Aangezien de rentevoeten anticiperen op de conjuncturele vooruitzichten die somber blijven (en die het IMF nog zal verlagen), is een verdere daling nog steeds mogelijk. De toplui van de Europese Centrale Bank hebben de deur wel op een kier gezet voor een verdere versoepeling van de rente in maart. De rentevoeten in de VS bedragen nu zelfs 0 procent...
Wat te doen? Het is geen geheim dat als de rente zwak is, de vergoedingen op veilige beleggingen dat ook zijn. Aangezien de risicoaversie haar toppunt bereikt heeft, kunnen we niet voorbij aan beleggingen via spaarrekeningen, termijnrekeningen en andere veilige staatsobligaties. Maar die brengen momenteel, in het beste geval, bij een looptijd van minder dan 1 jaar, netto slechts 3,5 procent op. Door de dalende inflatie wordt het reële rendement opnieuw positief. Zes maanden geleden, toen de rentevoeten nog veel aanlokkelijker leken, was dat niet het geval.
Beleggen dan maar?
Toch gaan de meeste analisten ervan uit dat we ook de komende maanden nog in een klimaat van lage inflatie en lage rentes zullen vertoeven. Succesvol beleggen in tijden van dalende rentes is niet vanzelfsprekend. Het vergt niet alleen een defensieve aanpak. Beleggers moeten zich ook richten op strategieën die renderen. Bij de huidige lage kortetermijnrentes komt het erop aan het evenwicht te vinden tusen risico en rendement. We geven 3 risicodragende activaklassen die vandaag toch kunnen renderen op middellange termijn.
Kwaliteitsvolle bedrijfsobligaties: terwijl inflatie negatief is voor obligaties door de stijgende rentevoeten, heeft deflatie het tegenovergestelde effect. Een obligatie met een rendement van 3 procent brengt bij een deflatie van 2 procent een reële return van 5 procent op. Maar u mag natuurlijk ook niet blind zijn voor de economische conjunctuur. In een recessie, zoals vandaag, mijdt u het best obligaties waarvan u niet zeker bent of de debiteur de recessie ook zal overleven. Kies dus voor obligaties met de hoogste kwaliteit. Omdat overheidsobligaties vandaag wat duur zijn geworden, gaat de voorkeur bij de meeste analisten uit naar kwaliteitsvolle bedrijfsobligaties.
Inflatiegelinkte obligaties: de naam doet het niet vermoeden, maar ook dit type obligatie kan vandaag een goede diversificatie zijn in uw portefeuille. De obligatiebelegger dekt zich het best in tegen een remonte van de nominale rentes en de inflatie door nu al inflatiegelinkte obligaties te kopen. Die bieden bescherming voor aantrekkelijke prijzen indien inflatie opnieuw de kop opsteekt.
Aandelen met hoog dividendrendement: in een deflatieomgeving slagen bedrijven er niet in om hun prijzen te verhogen en de winst op peil te houden. Voor noodzakelijke producten doet dit probleem zich veel minder vaak voor. Voeding, huishoudproducten, gezondheid en energiegroepen houden in dit klimaat goed stand. Ga dus vooral in deze sectoren op zoek naar bedrijven met hoge dividenden. Maar laat u niet misleiden door een hoog dividendrendement alleen. Kies voor bedrijven met veel prijsmacht, zodat het dividend relatief veilig is. Deze hoogrentende aandelen ook interessant omdat het dividendrendement van veel bedrijven gevoelig hoger ligt dan de rente op overheidsobligaties.
Besluit: dalende rentes dwingen beleggers tot meer risico. Opletten dus en dit is meer dan ooit het moment om uw portefeuille te spreiden!
Bron: http://netto.tijd.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten